Het design van de Porsche Taycan 4S
Ruben de la Rive Box (1981) en Golnar Roshan (1986) hebben elkaar helemaal gevonden, zowel in de liefde als in het werk. Samen hebben ze twee studio’s opgericht. Met Design & Practice richten zij zich op het ontwerpen van een visuele identiteit en alles wat daarbij komt kijken. De tweede studio, Rive Roshan, is meer persoonlijk. Ruben omschrijft het als collectable design, waarbij functionaliteit op een laag pitje staat en het vooral draait om creativiteit.
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
Wat is jouw persoonlijke visie op design en vormgeving?
Design en vormgeving zijn voor mij heel breed en het wordt ook steeds breder. Vanuit mijn oogpunt moet er wel altijd een duidelijke visie achter zitten. Dat is sowieso heel belangrijk. Er wordt zóveel visieloos design gemaakt. Met een goed ontwerp, zowel grafisch werk als product, komen de visies van de maker en de ontvanger samen. Je moet er energie in steken en niet voor de makkelijkste weg kiezen. Het is waarschijnlijk het meest doodgetrapte voorbeeld, maar ook een met een enorm sterke visie: de iPhone. Het sluit perfect aan op een behoefte waarvan mensen nog niet wisten dat ze die hadden. Het lijkt zo eenvoudig, maar om daar te komen moet je jezelf continu blijven uitdagen. Je moet de lat altijd hoger leggen dan wat mensen voor ogen hebben, dan is het goed. Dat geldt voor vormgeving, design en ook voor kunst.
Hoe zou je jouw stijl omschrijven?
We werken vanuit het idee van visuele verwondering. We nemen in het leven veel te veel voor lief. Wij zien het als onze rol om die verwondering terug te halen en te creëren in zaken die doodnormaal zijn. We ontdekken patronen en zoomen daarop in. Vaak zijn het eenvoudige silhouetten, zoals een cirkel of langgerekte rechthoek. Binnen die geometrie, daar gebeurt de verwondering. Door materiaalgebruik of eigenschappen van het materiaal.
Welk effect hoop je op anderen te hebben met jouw werk?
Soms zie je bepaalde kunstwerken waar je tien jaar later nog steeds aan terugdenkt. Bewust of onbewust, dat maakt niet zoveel uit. Dat is ons ultieme doel. Dat we dingen maken die voor sommige mensen een levenslange herinnering worden. Iets wat tegelijk sterk en complex is, maar wel goed te begrijpen. Een mooie herinnering.
Waar komt jouw passie voor het vak vandaan? Wilde je dit al toen je jong was?
Al op jonge leeftijd wist ik dat ik iets creatiefs wilde doen. Dat uitte zich in van alles. M’n vader had een schuurzolder, waar hij een boot restaureerde en modelbootjes maakte. Daar had ik zo’n beetje vrij spel. Ook tekende ik veel; later werd dat graffiti. Ik heb ervoor gekozen om Interaction Design te studeren aan de HKU. In die periode werd er nog erg nagedacht over hoe mensen omgaan met computersystemen, het was toen nog best filosofisch. Je kon er alle kanten mee op, van gaming tot webdesign, kunst en nieuwe media.
Hoe heeft jouw carrière zich tot nu toe ontwikkeld?
Na mijn studie werkte ik als grafisch designer in de studio van Marcel Wanders. Alles werd natuurlijk steeds digitaler, dus ik kwam terecht in een snoepwinkel van hotels, meubels en bijzondere producten. Door mijn enthousiasme wisten ook steeds meer collega’s mij te vinden en binnen de kortste keren was ik enorm druk. Toen werd er iemand aangenomen en dat was Golnar. Er was direct een klik, zowel persoonlijk als op werkniveau. Een half jaar later zijn we samen naar Londen verhuisd. Ik wilde een nieuwe impuls aan mijn leven geven en in mijn ogen was Londen grootser en meeslepender. Daar heb ik eerst als freelancer gewerkt en daarna ook nog anderhalf jaar voor Tom Dixon. Daarnaast deed ik natuurlijk ook nog veel eigen projecten, en toen dat steeds beter ging lopen, hebben we officieel onze eigen studio opgezet. We konden een ruimte huren in een oude meubelfabriek. Dat liep een aantal jaar enorm goed. Toch wisten we dat we op een gegeven moment wel weer terug naar Nederland zouden willen. Londen was duur, we wilden graag bij familie zijn en de meeste van onze opdrachtgevers kwamen uit Nederland. En toen kwam Brexit. Iedereen om mij heen deed daar lacherig over, maar wij namen het serieus. Dit was alles waar wij op tegen zijn. Het was de periode vlak na de Olympische Spelen en de Londenaren waren op de top van hun zelfvertrouwen. Niemand had ook maar het vermoeden dat dit ooit serieus zou kunnen gebeuren. Ik zei altijd al: ‘Als Brexit doorgaat zijn wij weg.’ We hebben nog dezelfde week besloten om de huur op te zeggen en terug naar Nederland te komen.
Hoe ziet een ‘doorsnee’ werkdag er voor jou uit?
Ik ben in de basis ontwerper, maar op dit moment ook steeds meer ondernemer. We zijn een kleine studio, dus ik heb veel verschillende petten op. Wanneer ik een lamp ontwerp, gaat het om de kleine details; bij events is het veel pitchen en sponsors zoeken. Het gaat van dingen bouwen tot brainstormen tot administratie. Ik ben minder zelf aan het ontwerpen en meer aan het uitzetten en bijsturen. Eigenlijk ben ik de hele dag aan het rondrennen.
Wat vind je het allerleukste aan je werk?
Mijn beste dag heb ik wanneer ik veel verschillende dingen aan het doen ben. Daarbij hou ik erg van de energie die je krijgt van nieuwe dingen. Een nieuwe relatie met een opdrachtgever. Wanneer je iemand leert kennen die iets voor je kan maken, wat je nog niet eerder kende. Een nieuwe galerij, nieuw project, nieuw idee. Er moeten dingen op de horizon staan. Dat geeft mij energie.
Waar ligt voor jou de grootste uitdaging in je werk?
Het uit handen geven van taken vind ik lastig. Wanneer er bijvoorbeeld spiegels opgehaald moeten worden, spring ik het liefst zelf in de auto. Golnar zegt dan heel terecht dat we daar veel beter iemand voor kunnen inhuren. Het gaat gelukkig steeds beter. Daarnaast is het de druk die je voelt. Je bent heel erg bezig met de dagelijkse taken, terwijl je de zaadjes voor opdrachten over een half jaar nu moet planten. Je moet leren je comfortabel te voelen bij het gebrek aan comfort. We hebben een dochtertje en daardoor voel je nog sterker die verantwoordelijkheid. Dat maakt het soms lastiger om een risico te nemen.
Wie of wat zie jij als een grote inspiratie en waarom?
Het is heel cliché, maar de natuur is mijn grootste inspiratiebron. Dan bedoel ik niet een boswandeling of uitzicht op de bergen, maar alle weirde dingen in de natuur. De manier waarop licht buigt of de wind water doet rimpelen. Dat is de grootste inspiratiebron. Uiteraard halen we ook inspiratie uit kunst. Ik hou heel erg van kunstenaars die in staat zijn om iets te doen wat effect heeft op hoe je je in een ruimte voelt. Denk bijvoorbeeld aan Olafur Eliasson, Anish Kapoor of James Turrell.
Wat is qua werk je grootste droom om nog te doen?
Ons werk en ons leven zijn erg met elkaar verstrengeld. Ik heb mijn familie hier in Nederland, Golnars familie woont in Australië. We willen een leven opbouwen waar we kunnen pendelen tussen Amsterdam en Sydney. Onze droom is om een soort Eames House te bouwen in de bergen van Sydney. En dat het huis ook functioneert als studio en galerie. Een plek waar de architectuur samensmelt met natuur en ons werk.
Ruben is te zien in de derde aflevering van Eye for Detail, waar hij zijn kijk op vormgeving en design verder toelicht.