Op je achttiende je eigen label beginnen
Pieter Perquin (1982), ook wel bekend als Perquisite, heeft zijn sporen in de muziekindustrie dubbel en dwars verdiend, zowel creatief als ondernemend. Hij componeert en produceert muziek, is oprichter van het platenlabel Unexpected Records en is de manager van Jeangu Macrooy. Eén muzikaal talent ontbreekt bij Pieter: hij kan niet fluiten.
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
Luister HIER naar de podcast Moved by Sound met Pieter Perquin.
Wat betekent muziek voor jou?
Muziek is mijn werk, maar het is ook mijn hobby. Het kan mij energie geven, maar ook troost of voldoening. En dan heb ik het ook over het luisteren naar muziek. Bij het maken van muziek kan ik emoties kwijt die ik zelf niet onder woorden kan brengen. Muziek kan therapeutisch werken, ook wanneer het in opdracht is. In films komen vaak thema’s voorbij die ik herken of zelf heb meegemaakt. Vijf jaar geleden is mijn vader overleden. Een jaar later werd ik gevraagd om de muziek voor de film ‘Niemand in de stad’ te maken, waarbij de vader-zoonrelatie van de drie hoofdrolspelers een van de thema’s is. Ik kon mijn eigen gevoel en ervaringen in de muziek verwerken en indirect ook mijn verlies een plek geven. Dus muziek is voor mij heel belangrijk.
Waar is jouw passie voor muziek ontstaan?
Ik kom uit een muzikaal gezin. Op mijn zevende verjaardag kreeg ik een huur-cello en was het: ‘Ga maar cello spelen’. Ik had er toen nog niet echt een mening over, maar ik vond het leuk en werd er ook steeds beter in. Het moment dat ik zelf muziek ging maken kwam pas op de middelbare school, toen ik veel naar hiphop begon te luisteren. Toen ik een jaar of veertien was begon ik beats te maken op de computer van mijn moeder met het programma Fasttracker. Daarmee kon je samples opknippen om daar nieuwe muziek mee te creëren. Dat ging me heel makkelijk af en ik ben toen ook samen met twee andere jongens een hiphopgroep begonnen, waarbij ik ook zelf rapte. Daar ben ik na een jaar weer mee gestopt, want dat was toch niet echt mijn ding. Ik vond vooral beats maken heel leuk. Op mijn zestiende heb ik mijn eerste ‘release’ uitgebracht met instrumentale hiphop-beats, Architecture. Ik had zelf cd’tjes gebrand en die verkocht ik op school voor tien gulden.
Hoe heeft jouw carrière zich ontwikkeld?
Na mijn middelbare school ben ik drie maanden door Amerika gaan reizen, in de hoop het daar te gaan maken. Ik had mijn demo’s al naar platenlabels in Nederland gestuurd, maar zonder succes. In New York zaten ze ook niet echt te wachten op een of andere witte jongen uit Amsterdam. Ik heb letterlijk aangebeld bij plekken, maar nergens werd open gedaan. Toen heb ik besloten om mijn eigen label op te richten: Unexpected Records. Mijn eerste release was in oktober 2001. Ik had een aantal instrumentale hiphopbeats, waarover saxofonist Benjamin Herman improviseerde. Een sessie van twee uur, gewoon op mijn slaapkamer. Vervolgens ben ik een half jaar bezig geweest om solo’s uit te zoeken, ze op te knippen en daarmee de songs te maken. Die plaat bracht ik uit in een oplage van 250 stuks en dat liep ontzettend goed, met name in Japan. Dat was de start van mijn label, wat toen eigenlijk mijn bijbaantje was. Ik studeerde namelijk ook nog bouwkunde aan de TU Delft.
Op de TU Delft leerde ik via een studievriend Pete Philly kennen. Ik was toen net bezig met een nieuw project onder de naam ‘North West Metropolis’, samen met Omar Rey en nog een paar anderen. We hebben Pete daar toen bij betrokken en dat smaakte naar meer, dus gingen we daarna verder als Pete Philly & Perquisite. Het begon met een EP, dat werd een album en toen we het album in heel Europa konden gaan uitbrengen ben ik gestopt met mijn studie. Vanaf dat moment hebben we vijf jaar samen met onze band wereldwijd getourd en twee albums uitgebracht.
Wanneer ben je begonnen als filmcomponist?
In 2008 werd ik gebeld door een regisseur, die mij vroeg om de muziek voor Carmen van het Noorden te componeren, een Nederlandse hiphopfilm. Tot dat moment maakte ik alleen eigen muziek, ik had nog nooit iets in opdracht gedaan. Het ging met vallen en opstaan. Maar omdat het totaal anders was dan de muziek in andere films viel het denk ik erg op. Ik heb daar toen een Gouden Kalf voor gewonnen. Dat was een hele mooie start van mijn carrière als filmcomponist. Sindsdien componeer ik ieder jaar de muziek voor één of twee speelfilms.
Welke rol speelt muziek op dit moment in jouw professionele leven?
Sinds 2014 treed ik niet meer op, maar ben ik vooral in de studio bezig met het creëren van nieuwe muziek. Zo heb ik recent muziek gecomponeerd voor de film ‘Ik Wist Het’, een romcom waarbij de nadruk meer ligt op de ‘rom’ dan de ‘com’. Sferische muziek met piano en strijkers. Ook heb ik de score gemaakt voor de tv-serie ‘Zina’, die weer meer synth-based en hip-hop influenced is.
Daarnaast manage ik Jeangu Macrooy. De manier waarop ik dat doe is heel erg hands-on, dus ik wil bewust geen andere artiesten managen daarnaast. Ook omdat ik nog genoeg tijd wil hebben om zelf muziek te kunnen maken. Op Unexpected Records heb ik onlangs Josephine Odhil getekend, een hele getalenteerde songwriter en zangeres, daar ben ik puur als label bij betrokken.
Hoe ziet een ‘doorsnee’ werkdag er voor jou uit?
Ik heb twee jonge kinderen, dus daardoor ben ik nu een stuk vroeger wakker. Wat ik doe verschilt heel erg per dag. Mijn studio en kantoor zijn schuin tegenover mijn huis. Ik begin meestal rond half negen met het wegwerken van e-mails en dingen regelen. Daarna heb ik bijvoorbeeld een studio-sessie tot einde middag of werk ik aan een filmmuziek klus. Dan haal ik de kinderen van de opvang en brengen we echt even quality-time door. Rond half acht liggen ze weer in bed en dan besteed ik ook graag tijd met mijn vriendin. Maar ik duik soms ook nog even de studio in.
Wat vind je het allerleukste aan je werk?
De vrijheid dat ik nooit weet wat ik over een half jaar aan het doen ben. Ik denk dat het anderen heel onrustig maakt, maar het geeft mij juist een enorm relaxed gevoel van vrijheid. Dat ik zelf kan bepalen welke kant ik op ga. Ik heb bijvoorbeeld net twee filmklussen afgerond en zat een jaar geleden midden in het Songfestival. Dat is heerlijk.
Wie of wat zie jij als een grote inspiratie en waarom?
Ik heb nooit het probleem dat ik geen inspiratie heb, het komt overal vandaan. Door andere muziek of een goede film. Maar juist ook als ik er echt even helemaal uit ga: wandelen in de bergen. Vier dagen van hut naar hut lopen, zonder bereik op je telefoon. Dan kom ik terug in Amsterdam en ben ik helemaal opgeladen. Maar tegelijkertijd ook een avond losgaan in een club met dansende mensen. Ik heb eerder soms een gebrek aan tijd, dan een gebrek aan inspiratie.
Wat is qua werk je grootste droom om nog te doen?
Het lijkt mij heel vet om muziek te componeren voor een Britse, Duitse, Franse of Amerikaanse film. Een film die écht de grens over gaat. Dat kan natuurlijk ook een Nederlandse film zijn, maar bij buitenlandse producties is die kans toch wat groter. Het lijkt mij bijvoorbeeld enorm vet als ik voor een film van Tarantino de muziek zou mogen maken. Of voor de Coen brothers. Er zijn natuurlijk ook artiesten waar ik heel graag mee samen zou willen werken, zoals Paul Simon. Dat is echt een held voor mij. Hij heeft vijf jaar geleden nog een plaat gemaakt met een Italiaanse hiphop producer, dus hij staat open voor dat soort dingen. Stel dat hij mij belt, zou ik dat enorm vet vinden. Of Beyoncé die mij vraagt om haar nieuwe album te produceren… dat zijn wel grote dromen natuurlijk.