Het design van de Porsche 911 GT3
Dare to be unique. Dat is waar het Rikjan Scholten om gaat. Zeven jaar geleden heeft hij samen met Daniel Aw Bureau Fraai opgericht, een bureau voor architectuur en interieurdesign. In Eye for Detail reviewt Rikjan een Porsche 911 GT3.
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
Wat is jouw persoonlijke visie op design en vormgeving?
Design moet vragen beantwoorden waarvan je niet wist dat ze bestonden. Ieder goed design moet kunnen verrassen. Je hebt opdrachtgevers die al een vooropgezet beeld hebben van wat ze willen. Uitdaging ligt voor ons juist in het vertalen van hun wensen en behoeften naar een ontwerp waarvan ze niet wisten dat ze dat wilden. Een ontwerp dat onder je huid kruipt, waar je trots op wordt. Design is durven. Het moet geen kopie zijn van iets wat eerder gedaan is.
Hoe zou je jouw stijl omschrijven?
Dat is van jezelf ontzettend moeilijk om te omschrijven. We hebben geen vaste stijl. Onze stijl is eigentijds, maar zeker niet trendgevoelig. We kijken vooral naar de unieke identiteit van zowel de opdrachtgever en gebruiker als die van de locatie en haar geschiedenis. Als je die weet te pakken en te verweven in een mooi integraal ontwerp, kom je tot de meest verrassende en unieke oplossingen. Ook werken wij graag met pure materialen; hout, staal, beton of natuursteen. Materialen die op zichzelf kunnen staan en geen opsmuk of decor nodig hebben. En dit alles natuurlijk zo duurzaam mogelijk; daar liggen nu prachtige kansen.
Welk effect hoop je op anderen te hebben met jouw werk?
We willen vooral mensen verrassen. Dat ze verliefd worden en met ontzettend veel trots naar hun eigen gebouw kijken, omdat het iets bezit wat geen ander gebouw heeft. Dat het echt iets eigens is. En herkenbaar.
Waar komt jouw passie voor het vak vandaan? Wilde je dit al toen je jong was?
Ik werd door mijn vader altijd al meegezeuld naar musea, kerken en arena's. De historische gebouwen raakten mij, door het idee dat ze na honderden jaren nog steeds overeind staan en mensen weten te raken. In die periode ben ik ook veel in aanraking gekomen met kunst. Ik zie mezelf zeker niet als kunstenaar, maar vond in architectuur een vak waar je schoonheid en functionaliteit kan laten versmelten. In het eerste jaar Architectuur aan de Technische Universiteit in Delft werd ik helemaal gegrepen door architectuur in al haar facetten, zoals de verschillende stromingen in geschiedenis en technieken die erachter schuilen. Na deze opleiding ben ik voor mijn gevoel altijd student gebleven. We zitten nu bijvoorbeeld in een fase waarin we meer dan ooit moeten nadenken over duurzaamheid en dit vraagt erom te blijven leren.
Hoe heeft jouw carrière zich tot nu toe ontwikkeld?
Na mijn studie heb ik voor Architectenbureau Marlies Rohmer gewerkt en ik ben een paar jaar betrokken ben geweest bij het opstarten van Personal Architecture in Rotterdam. Daarna heb ik een aantal jaar freelance gewerkt, met name voor UNStudio. Grote, internationale projecten in China, München en Birmingham. Een organische stijl, met ontwerpen die niet met de hand te tekenen zijn, en alleen met de nieuwste digitale technieken ontworpen worden. Niet exact mijn ontwerpstijl, maar ik heb enorm veel geleerd van de hoge mate van professionaliteit en de mateloze ambitie van het bureau. Op dat moment had ik nog een side project samen met Daniel, waarbij we eigen meubels en producten ontwierpen en verkochten. Ik wist altijd al dat ik voor mezelf wilde werken, dus toen hebben we besloten om samen Bureau Fraai op te zetten.”
Wat vind je het allerleukste aan je werk?
Mensen blij maken. Dat ze tegelijk verrast en wild enthousiast zijn. Je ziet het in hun ogen, de verbazing; dat ze iets niet verwacht hadden. Heel praktisch spreekt de ontwerpfase mij het meeste aan. Dat je begint met ontwerpen en dat alles in 3D tot leven komt. Wanneer je ontwerp af is, moet je ervoor blijven vechten. Je hebt te maken met ontwikkelaars en bouwers die met specifieke budgetten moeten werken. Je moet creatief zijn in hoe je iets ontwerpt, zodat je ook met minder budget een mooi resultaat neerzet. Het moment dat het gebouw af is en je ervoor staat, dat is echt waanzinnig. Het begin en het eind: dat vind ik het allerleukst.
Waar ligt voor jou de grootste uitdaging in je werk?
De grootste uitdaging is niet het ontwerpen of het ontwerp passend krijgen in het budget, maar ervoor zorgen dat alle neuzen dezelfde kant op staan. Soms werken wij met bouwers die bepaalde ontwerpen maar gedoe vinden, terwijl anderen er vol enthousiasme op reageren. Op dit moment is planning een uitdaging, omdat er enorm veel vraag is in de bouw. Daardoor lopen projecten vaak uit.
Wie of wat zie jij als een grote inspiratie en waarom?
De Zwitserse architect Peter Zumthor inspireert mij heel erg. Hij heeft een grote mate van verfijning en gaat op een hele unieke manier met materialen om. Ook de Britse architect David Chipperfield spreekt mij erg aan door zijn gebruik van pure, aardse materialen. Vanuit de beeldende kunst maakt Gijs Van Vaerenbergh bijvoorbeeld prachtige, ruimtelijke objecten. Maar ik haal ook inspiratie uit andere zaken zoals andere kunstvormen en de natuur.
Wat is op werkgebied je grootste droom?
Een museum ontwerpen. Zo simpel is het. Een plek waar het puur gaat om de beleving van de mensen die er rondlopen. Daarbij gaat het niet alleen om de beleving van de tentoongestelde kunst, maar ook van alles daaromheen, zoals de omgeving en de bezoekers. De compositie van een gebouw zorgt ervoor dat je wordt gedirigeerd van de ene naar de andere ruimte en alles optimaal tot je kunt nemen. Een goed voorbeeld is het Fundação de Serralves, een museum voor moderne kunst in Porto, ontworpen door Álvaro Siza Vieira. Dat lijkt me heel interessant om te doen.