22 aug ’24

Bij klimster Marianne van der Steen groeien er soms ijspegels aan haar neus, maar opgeven is nooit een optie

Ze is Europees kampioen ijsklimmen, klautert over routes die veel mannen niet eens af kunnen leggen en zet zich onvermoeibaar in om ijsklimmen internationaal op de kaart te zetten. Marianne van der Steen behoort tot de absolute wereldtop en klimt vaak onder barre omstandigheden: “We zeggen vaak: ijsklimmen is pas leuk als je weer onder een warme douche staat!”

ijsklimster_marianne_van_der_steen_3 © Fotografie en tekst: Iris van den Broek

Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.

“Ik kan nog steeds niet helemaal bevatten dat dit echt van ons is,” Marianne van der Steen (1984) gebaart om zich heen in het stukje bos waar ze sinds 2019 met haar man, en tevens ijsklimmer Dennis, in een tiny house woont. Een hoge klimwand rijst op tussen de bomen, waar ze kan 'ijsklimmen' ook als de mussen van het dak vallen. “Daardoor ben ik zó enorm vooruit ben gegaan.” Nóg beter, en ze was al zo goed. De doorgewinterde ijsklimster heeft een waslijst aan indrukwekkende prestaties op haar naam staan. Zo trotseerde ze samen met partner Dennis als eerste Nederlandse de Moonflower Buttress op Mount Hunter (op 4442 meter hoogte) in Alaska. Maar heeft voor haar gevoel de top nog lang niet bereikt. “Het wordt steeds moeilijker om nieuwe uitdagingen te vinden, maar wereldkampioen worden en de Olympische Spelen staan nog hoog op mijn verlanglijstje!”

ijsklimster_marianne_van_der_steen_3
ijsklimster_marianne_van_der_steen_3

Het begon allemaal tijdens vakanties met haar ouders naar de bergen. “Mijn ouders hielden van complexere bergwandelingen en beklimmingen, we huurden vaak een gids.” Het inspireerde Marianne om ook in Nederland te willen klimmen, maar klimwanden? Die zijn er bijna niet waar ze woont. “Het was ook helemaal geen toegankelijke sport,” vertelt ze. “Pas toen ik Bos- en Natuurbeheer ging studeren in Wageningen kwam ik in aanraking met de alpine club van de universiteit.” 

Ze lacht: “Ik bleek meteen behoorlijk goed te zijn. Binnen een jaar stond ik op het NK Sportklimmen.” Als ze daarna voor haar vervolgstudie naar IJsland verhuist, maakt ze kennis met het ijsklimmen. “Dat lag me supergoed. Ik zocht contact met de Nederlandse Klim- en Bergsport Vereniging om te peilen wat vrouwen hier zoal klommen. Ik bleek al moeilijker te klimmen dan alle Nederlandse vrouwen. Al snel kreeg ik een mail van Dennis, mijn inmiddels man. Of ik mee wilde doen aan de World Cup IJsklimmen. Samen met 3 mannen reisde ik af naar Italië. Ik stond meteen in de halve finale, voor mij was die World Cup echt het begin van alles.”

Marianne van der Steen 4085
“Ik ben een van maar 3 vrouwen, en slechts een handjevol mannen, die die route heeft geklommen”

Onbeschrijflijk

Marianne verzamelt haar ijsbijlen als ze ons voorgaat naar de klimtent. Ze wijst naar een vierkante witte bus. “We hebben ‘m zelf helemaal winterproof gemaakt.” Want ijsklimmen, dat gebeurt meestal onder barre omstandigheden. “We zeggen vaak: ijsklimmen is pas leuk als je weer thuis onder de warme douche staat. Het is koud, je doet het nooit aan de zonnige kant van een berg en je bent altijd bezig met veiligheid. Het is enorm intensief.” 

Toch is het juist die complexiteit die haar trekt. “Ik vind het fijn om het in mijn hoofd zo complex te hebben en steeds beter te worden.” Als Marianne aan een ingewikkelde ijswand hangt, maakt zich een vaak onbeschrijfelijk gevoel van haar meester. “Je hersenen en fysiek moeten 100% ingezet worden om zo’n wand te kunnen beklimmen. Ik ben dan echt volledig alert. Het is dat gevoel waar ik altijd naar streef: de kracht die je nodig hebt en dat weten te doseren en je lichaam elke keer weer aan moeten spreken. En dat allemaal in een pure omgeving waar niemand is. Alleen jij en de natuur. Dat is voor mij het mooiste dat er is.” 

ijsklimster_marianne_van_der_steen_15
Marianne van der Steen 023 A23 Marianne van der Steen 09
“Angst zorgt ervoor dat ik geen domme dingen doe. Er zijn best wat beklimmingen waar we weer zijn omgedraaid”

Angst en avontuur

Maar komt er daarbij nooit angst om de hoek kijken? “Natuurlijk wel, en dat is ook goed. Dat zorgt ervoor dat ik geen domme dingen doe. Als ik het gevoel heb dat een situatie niet veilig is, doe ik het niet. Er zijn best wat beklimmingen geweest waar we omgedraaid zijn. Ik wil morgen graag ook weer kunnen klimmen.” 

Ze ritst de voortent van de klimhal open. “Ik train meestal 2 keer per dag, 5 tot 6 dagen per week. Onze eigen hal is specifiek op ijsbijlen ingericht. Als ik hier thuis niet had kunnen trainen, had ik nooit de moeilijkste route ter wereld kunnen voltooien. Dat is ‘A Line Above The Sky’ in de Italiaanse Dolomieten. Ik ben één van maar 3 vrouwen, en slechts een handjevol mannen, die deze route heeft geklommen.” Ze haakt ondertussen haar ijsbijlen in de wand en klimt, behendig en snel, een oefenrondje, zoals ze het zelf noemt. “Een vrouwensport is het in de basis niet. Een groot deel komt aan op kracht en vrouwen hebben dat van nature nou eenmaal wat minder. Maar mentaal zijn we wel veel sterker!”

ijsklimster_marianne_van_der_steen_13

Lawinegevaar

“IJsklimmen is altijd weer een uitdaging. Ik loop uren om in valleien te komen waar geen telefoonbereik is. Waar het zo stil is dat je de stilte kan horen en een vallende steen of stuk ijs als een eindeloze echo weerkaatst tegen de rotswanden. Ik zoek die plekken bewust op.” Dat is overigens niet altijd een garantie op een mooie klim. “Soms loop je 4 uur en blijkt het lawinegevaar te groot om verder te gaan. Dan kan je dus zonder iets geklommen te hebben weer helemaal terug, maar ook dat is deel van het avontuur.” Het belang van een klimmaatje waarmee je kan lezen en schrijven is op zulke plekken ook van levensbelang. “Op zo’n plek heb je alleen elkaar. Ik vind het heel bijzonder om dit samen met mijn man te kunnen doen. We kunnen elkaar enorm goed inschatten en lossen alles op. Weten wat te koud is, wat te veel energie kost, en het dan van elkaar kunnen overnemen. We hebben er nauwelijks woorden voor nodig, maar zien het aan elkaars gezicht. Soms letterlijk: dan groeien er ijspegels aan je neus, wimpers en wenkbrauwen.”

“Tegenslagen horen erbij, het maakt je weerbaarder. Maar je moet wel een lange adem hebben”

1-0 achter

De ijsklimcarrière van Marianne mag dan bezaaid zijn met hoogtepunten, makkelijk is een klimcarrière het allemaal zeker niet. “De sport is maar klein, er is weinig sponsoring. Ik heb alleen een materiaalsponsor en vanuit de NKBV krijg ik 1500 euro per jaar, that’s it. Daar kan je niet van leven.” De kosten van wedstrijden in het buitenland komen ook helemaal voor rekening van het ‘klimpaar’. “Vorig jaar hebben we een crowdfunding opgezet om wedstrijden te kunnen financieren, maar zoiets kan je niet elk jaar doen.” In vergelijking met haar concurrenten uit het buitenland staat Marianne daardoor al 1-0 achter. “Ik ben wel eens jaloers op klimmers uit Korea of Zwitserland. Als je daar op dit niveau klimt, krijg je salaris, een huis…”. Toch is opgeven geen optie. “Vanwege financiële redenen stoppen met de sport waarin je tot een van de besten ter wereld behoort? Dat voelt gewoon heel krom.”

Marianne van der Steen 43971111
ijsklimster_marianne_van_der_steen_14

De olympische droom

Daarnaast speelt haar leeftijd een rol. “Ik ben 40 en mensen vragen constant wanneer ik ga stoppen? Maar ik ben beter dan ooit nu, zit op mijn piek. Hoe kán je dan vragen of ik nu wil stoppen?!” Opgeven zit sowieso niet in haar karakter. “Dat is echt onderdeel van mijn sport: het willen presteren. En Dennis is een enorme steun. Wij hebben samen zoveel meegemaakt, onze hele wereld is ingericht op klimmen. We weten daardoor dat tegenslagen erbij horen. Dat maakt je weerbaarder” Ze zucht: “Maar je moet wel een lange adem hebben.” Het grote doel is dan ook om de sport olympisch te krijgen voor de Winterspelen van 2030 in Frankrijk. We geven trainingen en online trainingen en zijn bezig om te zorgen dat de sport aan de voorwaarden voldoet om Olympisch te mogen worden. “Dat zou echt geweldig zijn! Niet alleen voor de erkenning van de sport op het wereldtoneel, het betekent ook dat je als sporter met A-status maandelijks een toelage krijgt van het NOC NSF.” Maar ook geweldig voor Marianne zelf en de kans om haar droom te verwezenlijken: “De Olympische Spelen halen, nóg hoger kan je niet.”