Op stap met Jimmy Woo-eigenaar Samuel Hodenpijl: “We vinden dat je je best moet doen om er goed uit te zien voor een avondje uit"
De roemruchte nachtclub Jimmy Woo heeft nieuwe eigenaars. Samuel Hodenpijl (1993) en Jesse Jansman (1994) zetten alles op alles om de internationale allure in ere te herstellen. Wij gaan met Samuel op stap, langs een paar van zijn hotspots, en eindigen met een drankje in “de nummer één club van Amsterdam”.
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
Hoe kom je aan zo’n iconische club als Jimmy Woo?
“Kopen, haha. Nou ja, samen met Jesse doe ik al 7 jaar de programmering & marketing van Chicago Social Club, één deur verder dan Jimmy Woo, en runnen we evenementenbureau Colored with Black. Daarmee zitten we diep in het nachtleven en dan komen er regelmatig mooie kansen voorbij. Casper Reinders, de vorige eigenaar van de Jimmy, is een bekende van Chicago Social Club, en bij hem was de rek er volledig uit. Er was nieuwe energie nodig, dus hebben wij de kans gegrepen en zijn inmiddels op de goede weg.”
Ja? Wat doen jullie dan zo goed?
“We hebben in korte tijd een re-branding toegepast en het programma opgefrist met eigen evenementen. Iedere donderdag is Mémoire, vrijdag organiseren we nu Superfuture en op zaterdag Behind Closed Doors. We willen een inclusieve, exclusieve nachtclub zijn. Het moet toegankelijk zijn voor iedereen, maar ook zijn exclusieve feel behouden. Je moet niet zomaar naar binnen kunnen in je joggingbroek en met afgetrapte schoenen. De dresscode is streng en hier willen we in de toekomst nog strenger op gaan handhaven. We zijn 3 dagen in de week open voor 21+ publiek en draaien urban, hiphop, r&b, afro and everything in between.”
Wie komen er naar de Jimmy?
“Het is een mooie mix van de girl next door naast de rockster, de advocaat, de rapper, de buurman en de student. Dat is ook waar we onze campagnes op inzetten. We vinden dat je je best moet doen om er goed uit te zien voor een avondje uit. Bij Chicago Social Club zijn we nog wel redelijk toegankelijk, maar bij Jimmy Woo streven we naar high-end.”
Waar laat jij je door inspireren?
“Meerdere clubs in het buitenland. Denk aan ARCH in Kopenhagen en LIV in Miami. Ik reis sowieso veel en kijk graag naar goede nachtclubs en restaurants, en hoe ze daar met klanten en bezoekers omgaan. Wat triggert mij bij dat soort zaken? De servicekwaliteit, hoe er met bezoekers wordt omgegaan, de architectuur en het interieurdesign zijn voor mij hele belangrijke pijlers. Ik haal ook veel inspiratie uit de fashion-industrie, zoals het merk Botter. Daar hebben we tijdens de fashion week een samenwerking mee gedaan. Die high fashion is waar we naartoe willen met ons publiek.”
Hoe zie je jezelf als persoon en als ondernemer?
“Ik ben iemand die altijd gedreven en leergierig is, constant op zoek naar nieuwe mogelijkheden. Mijn enthousiasme voor het ondernemerschap motiveert me zowel in mijn privéleven als in mijn zakelijke activiteiten en ik geloof sterk in zelfontwikkeling en het positief beïnvloeden van de wereld om me heen. Ons succes is het resultaat van hard werken, doorzettingsvermogen en het vermogen om van fouten te leren. Het ontwikkelen van sterke samenwerkingsverbanden vind ik heel belangrijk, binnen ons team maar ook met externe partners.”
Hou je zelf nog van een feestje?
“Mijn focus ligt op ondernemen. Ik haal meer energie uit het werken met mijn team en iets tofs creëren, dan dat ik helemaal tot het gaatje ga in een club. Kijk, waar het bij de meeste mensen ophoudt, zijn wij ook in het weekend nog hard aan het werk. Dat is een van de grootste uitdagingen; de balans en focus bewaren. Daarom sta ik doordeweeks vaak om 06.00 uur op om te trainen in de gym bij Clubsportive in Amsterdam-Zuid.”
Waarom moet iemand echt naar de Jimmy?
“Omdat we gewoon de nummer één club van Amsterdam zijn natuurlijk, haha! Ik hou wel van een beetje arrogantie.”