Van 0 - 100: Morris Schuring, coureur: “In 2017 was ik toeschouwer bij de 24 uur van Le Mans, nu stond ik als tiener op het hoogste podium”
Op 19e jarige leeftijd debuteerde Morris Schuring onlangs in de legendarische 24-uursrace van Le Mans. Hij pakte meteen de eindzege in de GT-klasse met zijn Porsche 911 GT3 R en staat daarmee pardoes in de grote-mensenwereld. “Ik ben behoorlijk nuchter en laat me niet gek maken door de wereld die racen heet.”
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
0 – Waar werd het racezaadje gepland?
“Ik kom uit een familie van racers. Mijn vader en opa hebben het stokje overgedragen, racen is de rode draad in mijn leven, mijn grote passie. Toch was dat niet altijd zo. Op mijn vijfde stapte ik voor het eerst in een kart, maar ik zag de lol er niet van in. Ik voetbalde liever. Pas op mijn elfde was het raak en ging de jeuk over in een honger naar racen. Dit was rond de tijd dat Max Verstappen wedstrijden begon te winnen. Dat voedde mijn drang om er volledig voor te gaan.”
“Meedoen aan Le Mans was voor mij al super bijzonder, laat staan winnen. Het besef van de winst kwam pas thuis, het daalde in na alle media-aandacht en de eindeloze hoeveelheid berichtjes. Zo bizar. In 2017 was ik toeschouwer, nu stond ik als tiener op het hoogste podium.”
30 – Wat maakt jou tot een winnaar?
“Dan moet ik zeggen dat ik héél veel heb getraind, en train, in mijn racesimulator. Het racen met zo’n apparaat is zó realistisch dat je het bijna één op één kunt vergelijken met echt racen. Buiten schooltijd, in coronatijd, zat ik eindeloos veel avonden en nachten in dat ding. Toen ik vervolgens mijn eerste test deed in een auto, voelde het alsof ik in een simulator zat. Dit heeft het proces zeker versneld. Talent? Tja, dat zit in je of niet. Weet je, vaardigheden kun je aanleren, maar talent niet. Ik ben heel vlug snel, begrijp je? Ik bedoel, het lukt mij vaak om ergens al in een korte tijd een snelle ronde neer te zetten. Dat is zeker één van mijn sterke punten.”
“Het voordeel van een jonge gast zijn, is dat je nog een beetje onbezonnen bent”
50 – Wanneer dacht je: mijn carrière wordt een succes?
“Toen ik op mijn 15de in mijn eerste weekend een Porsche race won, dacht ik wel: dat ging beter dan verwacht. Die race kun je zeker zien als mijn doorbraak, ook al denk ik soms dat het totaal anders had kunnen lopen. We namen best een groot risico door mij als onervaren 15-jarige tussen – doorgaans toch meer ervaren – twintigers te zetten. Het voordeel van een jonge gast zijn, is dat je nog een beetje onbezonnen bent. Nu ben ik me er als professioneel coureur veel meer bewust van het feit dat er grote (team)belangen spelen en dat er veel druk op staat. Ik probeer het op afstand te houden en doe wat ik moet doen. Het heeft geen zin om erover na te denken. Sowieso ga ik er niet harder van rijden. Ik ben vooral bezig met waar ik wél invloed op heb en dat is goed racen.”
80 – Moet je een beetje gek zijn?
“Ja 100%! Je moet soms knettergek zijn. Als je ziet hoeveel risico’s we weleens nemen, om de snelste te zijn... Op de afgelopen Le Mans regende het keihard, ik stond op gladde banden en het was aardedonker, maar we reden dezelfde hoge snelheden als bij daglicht. Dan zit er best een steekje bij je los. Maar tegelijkertijd is dat ook het mooie van racen. Het gevoel, die adrenalinerush. Dat krijg je niet van ‘gewoon’ een rondje rijden, want dat wordt op een gegeven moment normaal. Onder lastige omstandigheden snel kunnen zijn, dat geeft een mega kick.”
“Ik zie mijzelf als een combinatie van obsessief en perfectionistisch. Ik doe een opleiding International Business Management in Amsterdam, maar in mijn hoofd ben ik constant met racen bezig. Ik word ermee wakker en ga ermee naar bed. Ook ben ik zeer gedisciplineerd, en laat veel voor het racen. Wat dat betreft heb ik aan mijn vader een mooi voorbeeld. Hij heeft een grote onderneming, maakt uren waar je stil van wordt en is een perfectionist in alle opzichten. Ontspannen? Dat doe ik met mijn vrienden tijdens weekenden als ik niet race. Met hen ben ik gewoon die gast van 19 die leuke dingen wil doen. Ik ben behoorlijk nuchter en laat me niet gek maken door de wereld die racen heet.”
"Ik ben vooral bezig met waar ik wél invloed op heb en dat is goed racen"
100 – Waar droom je van?
“Er zijn genoeg dingen waar ik beter in kan worden. Ik heb weinig ervaring vanwege mijn leeftijd, daar kan ik nog het meeste in groeien. Kijk, ik kom nu op het punt dat ik betaald ga krijgen om te racen. Mijn doel is dan ook om een vast contract bij Porsche te krijgen als fabrieksrijder. En ja, ik denk dat de Le Mans-overwinning daarin meehelpt. De racerij is een dure én harde wereld, dus het moet eerst allemaal mooi in elkaar vallen voor me. Zolang ik de komende 20 jaar in de hoogste klasses kan rijden, hoor je mij niet klagen. En nee, niet de F1, want die vraag krijg ik vaak gesteld. Aan het begin van mijn carrière heb ik heel bewust gekozen voor de GT-klasse waarin ik nu rijd. Succes betekent veel voor mij, ja. Ik race om te winnen en uiteindelijk wil ik gewoon de allerbeste zijn.”