Ruben van Leer laat zich niet in een hokje plaatsen
Op het kruispunt van film, kunst en filosofie vind je de creatieve studio van Ruben van Leer. Hij ontwikkelde visuele shows voor artiesten als The Black Eyed Peas en Davina Michelle, filmde een sci-fi dansopera in de CERN-deeltjesversneller in Genève en heeft de ambitie om de concertbeleving volledig te veranderen.
Iedereen droomt, maar slechts sommigen maken er werk van. Zo is Porsche bijvoorbeeld ontstaan uit de vastberaden zoektocht naar de ultieme sportwagen. Op Discovered gaan we op zoek naar de nieuwe generatie dromers en brengen de unieke verhalen over hun drive en daadkracht.
Wanneer kwam je voor het eerst in aanraking met filmregie?
Tijdens mijn zomervakantie van de middelbare school liep ik stage bij een Amsterdams mediabedrijf, waar ik een kunstenaar leerde kennen die mij uitdaagde om deel te nemen aan wedstrijden voor jonge filmmakers. Daarvan heb ik er uiteindelijk twee gewonnen, wat resulteerde in een filmcampagne voor de Stichting tegen Zinloos Geweld op MTV en een dansfilm op NPO3.
Ik startte met een studie aan de kunstacademie en kon via een uitwisselingsprogramma studeren aan het Art Institute San Francisco. In tegenstelling tot in Nederland mag je in Amerika je eigen vakken kiezen, waarbij ik koos voor Advanced Filmmaking. Eigenlijk heb ik toen in een half jaar alles geleerd wat je niet moet doen, door een middelmatige studentenfilm te maken, maar het heeft me een aantal mooie connecties opgeleverd.
Hoe was het om met Vello samen te werken?
Vello was VJ voor Coldplay en andere bekende bands. ‘Visual Jockey’ noemde hij dat, wat inhoudt dat je de visuele shows voor artiesten verzorgt en de beelden ook live ‘speelt’ zoals muziekinstrumenten. Ik heb hem toen geholpen en een week later stond ik, als tweeëntwintigjarige, te VJ’en voor Coldplay in het Universal Amfitheater. Dat werd een succes. Vello bood me een baan aan en vroeg mij direct na mijn studie te beginnen. Ik heb vervolgens een jaar met hem gewerkt aan shows voor onder andere Destiny’s Child en The Black Eyed Peas, met wie ik door heel Amerika en Europa heb getourd. Dat waren dagen van zestien uur, waarbij we in hele korte tijd enorm veel content moesten creëren. ‘Pixels pushen’ noemden wij dat. Het was een bizarre tijd, waarin ik enorm veel heb geleerd.
Was het ook je droom om in Amerika door te breken?
Het avontuur was natuurlijk super tof op die leeftijd, maar op een gegeven moment kwam die snelle showwereld ook mijn neusgaten uit. In de weinige vrije tijd die ik tijdens het touren had, ben ik begonnen aan mijn eigen filmscript. Als kunstacademiestudent las ik veel boeken over Oosterse filosofie en spiritualiteit. Een boek dat voor mij tot de verbeelding sprak, was ‘De Tao van Fysica’ door Fritjof Capra. Hij is een natuurkundige die parallellen trekt tussen Oosterse mystiek en natuurkunde. Het verhaal dat ik schreef ging over een wetenschapper die op zoek is naar ‘de theorie van alles’ en in een deeltjesversneller valt. Met een synopsis onder mijn arm keerde ik vervolgens terug naar Nederland.
Waar gaat de film over?
Symmetry gaat over een wetenschapper die op zoek is naar het kleinste oer-deeltje, maar dit via de traditionele wetenschap niet kan vinden. Hij valt in de deeltjesversneller, waardoor hij in een andere dimensie terecht komt. Hier ontmoet hij zijn onderbewustzijn en komt hij al dansend tot inzicht wat hij zocht.
Voor de opnames heb ik samengewerkt met choreograaf Lukas Timulak en sopraan Claron McFadden. We kregen als eerste filmploeg ooit toegang tot het CERN en voor de andere dimensie hebben we gefilmd op de zoutvlaktes in Bolivia.
Hoe kom je als jonge filmmaker binnen bij het CERN?
Naast een jaar lang doorzetten met mijn filmplan, was het vooral ook een samenkomst van toevalligheden. Op het moment dat ik met mijn synopsis bij het CERN aanklopte, was Ariane Koek zojuist aangesteld als hoofd van het ‘Arts at CERN’ programma, waarmee ze kunstenaars aan het CERN wilden binden. Dit werd de eerste van vele samenwerkingen met kunstenaars uit heel Europa. Het tweede wonder had te maken met de deeltjesversneller zelf. Ik heb vol enthousiasme en een gezonde dosis naïviteit een script geschreven, niet wetende dat je bij die machines helemaal niet naar binnen kunt, omdat het allemaal radioactief is. Toevallig werden de machines eind 2014 tijdelijk stopgezet en konden we daar op dat moment dus filmen. We hebben alles voor dit project gegeven, maar ergens voel ik me ook heel nederig dat het door totale mazzel heeft kunnen ontstaan.
Aan wat voor projecten werk je momenteel?
Ik werk al een aantal jaren samen met de Armeense pianist en componist Tigran Hamasyan. Zijn muziek is helemaal te gek, waarbij het gaat van jazz, progressieve rock tot hedendaagse muziek. We deden een show in Cité de la Musique in Parijs, waarbij beelden real-time reageerden op zijn jazzimprovisatie. Dat was zo succesvol, dat we dit jaar een concept hebben geschreven waarbij we een geheel nieuwe vorm van muzikale belevenis creëren. Een show rondom een van de oudste volksverhalen uit Armenië, waarin de protagonist op zoek gaat naar een mystieke vogel die de harmonie op aarde kan herstellen. Alle culturen hebben een mythe over zo’n soort vogel, die we ook willen verzamelen tijdens deze tour.
Het moet een soort zittend interactief popconcert worden, met een holografische lichtinstallatie en filmische scènes, waardoor de bezoeker volledig op kan gaan in de beleving. We zijn momenteel druk bezig om productiepartners te vinden, waarbij het idee is dat de show langs alle grote concertzalen ter wereld vertoond gaat worden; van Sydney tot Los Angeles en natuurlijk het Concertgebouw in Amsterdam.
Hoe is dit anders dan de shows die je in Amerika maakte?
We zijn ondertussen tien jaar verder, waarbij ik voor deze show echt de kans kreeg om conceptueel na te denken over het geheel. Het verhaal dat ik had geschreven ging over een mega vloedgolf die op Nederland afkwam. Ik wilde de urgentie van de huidige klimaatcrisis op een epische en poëtische manier verbeelden, zonder politiek confronterend te zijn. Wat het nog wel even spannend maakte bij het aanvragen van een vergunning om op de Deltawerken te mogen filmen. Met honderdtachtig miljoen live kijkers wil Rijkswaterstaat natuurlijk niet het idee wekken dat de dijken het niet aan kunnen. Gelukkig word ik dan toch gezien als die kunstzinnige filmmaker, wat dan weer deuren kan openen. We zien in mijn film uiteindelijk actrice Thekla Reuten als zeegodin een mysterieus waterinzicht aan Davina meegeven die uit de Noordzee schiet en we in de show terug belanden op het toneel van Eurovision.
Naast de kunstzinnige projecten maak je ook commercieel werk. Hoe komen die twee werelden samen?
Mijn kunstvrienden vinden mij soms te commercieel en mijn commerciële vrienden vinden mij een artistiekeling. Het belangrijkste dat ik vroeger van mijn vader heb meegekregen, is dat ik daar allemaal schijt aan moet hebben. Ik produceer regelmatig ‘commerciële’ videoclips voor artiesten, zoals De Staat, Full Crate en Yeasayer. Daar kun je natuurlijk helemaal losgaan met je verbeelding. Nu word ik de laatste tijd ook steeds vaker gevraagd om reclames te regisseren, zoals twee films die ik recent maakte voor een Frans racefietsen-merk. Topsporters hebben net als dansers een soort ‘glow’ over zich, wat ik altijd magisch vind om voor de camera mee te werken. Een reclamegoeroe vertelde me laatst dat je pas een goede reclame hebt wanneer je alles volledig stript van kunstzinnigheid. Dat wil ik graag op de proef stellen. We leven immers in de 21e eeuw, waarin nieuwe regels gelden.
Zo heb ik in opdracht van reclamebureau Anomaly een reclame geregisseerd voor de Nederlandse Opera. Deze heb ik toen stiekem als korte film gedraaid, waarbij ik naast de reclame van een minuut ook de korte film ‘The Boxer’ heb opgeleverd en heb aangeboden via het onlinekanaal NOWNESS. Waar de reclame flink wat marketingbudget nodig had, trok mijn korte film uit zichzelf enorm veel actieve internationale kijkers.
Wat is voor jou een grote droom om nog te verwezenlijken?
Ik droom eigenlijk in drie richtingen. Eén: de concertshows ontwikkelen zoals het komende jaar met jazzman Tigran Hamasyan, waar ik momenteel ook als producent investeerders voor zoek. Na alle sociale afstand van de coronacrisis, zie ik absoluut een noodzaak om publiek weer live bij elkaar te brengen en muziek in het moment op een nieuwe manier te beleven. Een tweede droom zou zijn om grotere reclamecampagnes te regisseren, zodat ik meer cross-disciplinair talent in deze films bij elkaar kan brengen en we op deze manier grotere merkverhalen kunnen vertellen. Tenslotte zou ik een speelfilm willen maken. Ik heb al een idee in m’n hoofd, over een groep muzikanten die een reis maakt van Los Angeles naar midden Afrika. Een film die gaat over migratie en verbeelding, waarin de reis verandert van documentaire in sciencefiction.